Dienstplicht
in Libanon
Het verstrijken van de tijd
Met het geruststellende idee dat het gelukkig nog maanden duurde voordat het zover was, heb ik al die maanden in Libanon, de gedachte dat ik uiteindelijk weer terug naar Nederland moest, zo ver mogelijk voor me uit geschoven. Het feit dat ik m'n vriendin weer terug ging zien, vond ik eigenlijk het enige positieve aan het hele idee van terug naar Nederland moeten. Ik heb zelfs wel eens met de gedachte gespeeld dat het mooi zou zijn om m'n vriendin ook naar Libanon te halen.
Nog afgezien van het feit of zij zoiets überhaupt zou zien zitten wist ik echter heel goed dat, dat idee volkomen onuitvoerbaar was. Het is echter wel erg leuk om over te dromen als er verder niets gebeurd terwijl je een paar uur op wacht zit.
In Libanon deed ik gewoon m'n werk daarbij had ik het erg naar m’n zin. In die tijd had ik ook nog veel vertrouwen in de genen die me stuurden. Vooral omdat ik er nog van uit ging dat zij, heel goed wisten wat ze deden toen ze een stel, nog niet eens volwassen dienstplichtigen, naar een burgeroorlog in een ver buitenland stuurden.
Allang weer terug in Nederland heb ik wel eens gehoord over bezoekende hoogwaardigheidsbekleders die stomverbaasd waren als ze, op bezoek in Libanon ontdekten dat er daar ook wel eens echt geschoten werd. Nog op die rustige post in Libanon echter, hoorden wij daar, natuurlijk helemaal niets over. Toen die minister en zijn gevolg, bij ons op de post, op bezoek waren heb ik, als gewone soldaat, ook geen woord gewisseld met de minister of zijn begeleiders. We hoorden daar sowieso pas als laatste of helemaal niet wat er allemaal gebeurde of aan de hand was. We hadden tenslotte tijdens “het incident" en de "FMR inzet", ook al nauwelijks gehoord wat er precies gebeurde.
Dat de onrust tussen de Palestijnen en hun Libanese mede moslims ondertussen in haat en onvrede was veranderd, merkte ik dus, op m’n erg afgelegen post, ook niet op. Aan de ene kant was ik niet lang genoeg in Libanon om dat proces dat al jaren speelde, op te kunnen merken, en aan de andere kant, had ik daarvoor natuurlijk ook niet genoeg contact met de, in principe alleen Arabisch sprekende Libanese bevolking. Een bevolking die, naar ons, alleen maar vriendelijk was omdat wij een stel "rijke" westerlingen waren, waar ze veel geld aan verdienden. We gedroegen ons ook als de jongens die we feitelijk waren en dat is dus een groot verschil als je het vergelijkt met een Palestijnse legermacht die zich erg arrogant gedraagt terwijl ze je land bezet houd.
In de maanden dat ik daar ben geweest, was het Israëlische leger, op haar beurt ook uitgebreid haar troepen aan de grens aan het verzamelen. Duidelijk in voorbereiding om Libanon weer binnen te gaan vallen. Daarin zag mijn avontuurlijke jongens brein echter, alleen maar een groot aankomend avontuur en ik hoopte dat ze daarmee zouden opschieten zodat ik het nog kon meemaken voordat ik weer weg moest. Het idee dat mij daarbij iets zou kunnen gebeuren kwam zelfs niet heel even bij me op. Niet in de laatste plaats omdat ik me als UN militair, altijd veilig en zelfs onaantastbaar heb gevoeld in Libanon, maar ook door alle bewapening die we altijd tot onze beschikking hadden. Ik denk dat, als je de hele dag, geladen wapens bij de hand hebt zonder ze echt te moeten gebruiken, je snel de nijging hebt om te denken: “Wie doet me wat.” De jongens die, in mijn tijd daar, wel “dingen” meemaakten, (Die van “het incident” en die van de F.M.R. inzet bijvoorbeeld.) waren achteraf ook altijd weer, tenminste fysiek ongeschonden, terug op hun posten maar hoe "onkwetsbaar" zij zich nog voelden na hun “avontuur”, weet ik niet. Waarom heb ik daar eigenlijk nooit met een van hen over gesproken?