Dienstplicht
in Libanon
De anonimiteit in
Net in die aankomsthal aangekomen had ik, heel praktisch, al meteen gezien waar de trap naar het treinperron was, en samen met Jan, die in het vliegtuig naast me en ook bij mij op de post had gezeten, liep ik naar de wachtende familie. Hij vond snel zijn ouders die verbaast reageerden toen ze merkten dat ik niet werd opgehaald en in een poging om maar niet te laten merken hoe erg ik dat op dat moment vond, zij ik maar dat ik gewoon met de trein naar huis zou gaan. Maar eigenlijk was dat "gewoon met de trein gaan" op dat moment, alles behalve gewoon. Net als al het andere wat ik om me heen zag trouwens. Na nog wat beleeft gekeuvel, namen Jan en ik toen luchtig afscheidt van elkaar. "We bellen wel.“
Daarna draaide ik me om en liep zelf met mijn weekendtas, m’n radio en het "dit is allemaal normaal" gezicht van m’n, nieuwe masker, naar de trap van het treinperron.
Even eerder was ik er nog eén van een hechte groep militairen die, net terug uit het middenoosten, door een grote, over moderne luchthaven werd geloodst. Toen kwam echter dat moment waarop iedereen bij geliefden was afgeleverd. Dat moment waarop alleen ik naar die trap moest om naar de treinen te kunnen afdalen, Dat was het moment waarop voor mij, alles veranderde.
Door namelijk alleen naar de treinen te lopen, deed ik er ineens echt niet meer toe. zolang je nog en lid van een groep bent, heb je steun aan elkaar maar Ik was geen deel meer van die groep.
Ineens was ik een gewone, van alles losstaande dienstplichtige soldaat, die door een hal vol mensen richting een treinperron loopt. Niets bijzonders dus.
Ik bleef nog wel zo lang mogelijk contact zoeken met de anderen die wel werden opgehaald, maar zij hadden natuurlijk meer aandacht voor, wie er wie er ook maar voor hen was.
Ik zag veel blije, weerzien gezichten en innige omhelzingen, maar ik zag ook de hechte groep uit elkaar vallen. Ik zag Veel van m'n maten, in een innige omhelzingen verwikkeld met hun vriendinnen, waardoor ik me alleen maar meer ellendig en in de steek gelaten voelde. Ook ik zou haar op dat moment zo graag, dicht bij me hebben gehad. Dat zou, voor mij zeker dat ellendige gevoel van dat moment hebben verzacht.
Ik, volledig los gekomen van alle blijdschap om me heen, moest echter alleen ik naar het treinperron lopen. Terwijl ik de trap naar het treinperron begon af te lopen, bleef ik wel nog zo lang mogelijk contact zoeken met m'n maten, maar beneden op het treinperron aangekomen was iedereen toch echt uit het zicht verdwenen en drong zich, heel nadrukkelijk, een oude wereld van gelige bakstenen muren met de veel te kleurige drukte van reclameposters aan me op. Een wereld waar ik, zeker op dat moment, absoluut geen behoefte aan had.
In een onbestemd tl licht zag ik daar mensen die in hun gewone kleding, gewoon op een, ongetwijfeld voor hen gewone trein stonden te wachten en terwijl ik me daar nog over stond te verbazen, keek ik al, met het vreemde gevoel dat ik door een externe kracht werd gestuurd, gewoon op een bord met vertrektijden om te zien dat de trein richting Utrecht zo zou komen.
Gelukkig onderscheidde m’n "gevechtspak" me op dat moment nog wel van die gewone mensen want ik wou nog echt nog niet een van hen zijn. Met een gevoel van tweestrijd deed ik toen wel m'n blauwe baret af, rolde hem op en stopte hem, in m'n broekzak. ik weet eigenlijk niet waarom ik dat op dat moment deed en ik had er ook meteen spijt van, maar ik liet hem wel in m’n broekzak zitten.
Het was de eerste van vele handelingen die me uiteindelijk zou reduceren van een gerespecteerde militair in het Libanese hoogland, tot een gewoon mens. Ik noem dat nu ook heel bewust "reduceren" want zo voelde het ook echt.
In gedachten vluchtte ik snel weer terug naar die wereld die ik, besefte ik op dat moment ook, alleen nog in m'n gedachten of dromen terug zou kunnen zien:
"Ik zit op wacht en luister, via de radio, naar een bericht over een mitrailleur salvo die is afgevuurd bij een van onze posten. Zelf meld ik een Zuid-Libanese "halftrack" (Een truck met aan de voorkant gewone wielen en aan de achterkant rupsbanden.) die net, met een paar gewapende mannen bij de Libanese post Tango aan de overkant is aangekomen."
Dat was toch de wereld waar ik hoorde te zijn?
Het land dat ik hier, terug in Nederland aantrof, was daarbij zo volkomen vreemd en werd niet bepaald minder vreemd toen ik maar gewoon in een trein stapte die me naar een plek zou brengen die weer gewoon thuis zou moeten worden. Op dat moment kon ik me alleen echt niet voorstellen dat er in een land als dit, ooit nog zo'n plek zou kunnen zijn of was geweest.
Gelukkig had ik nog wel de geruststellende gedachte achter de hand dat ik nog een paar uur met mijn gedachten alleen zou kunnen zijn voordat ik de confrontatie met de, thuis wachtende familie moest aangaan. Even uitstel nog dus.
Die zelfde ochtend nog, was ik wakker geworden in m'n slaapzak, in een barak, op een heuvel in zuid Libanon. Legeruitrusting en geladen wapens waren daar, nog een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse leven en daar, was die vreselijke overgang naar het leven als burger in Nederland, feitelijk al begonnen.
In de loop van de dag was verder langzaam, het gevoel dat ik een militair was, steeds een beetje gestript. Er klopte dan ook helemaal niets van, om als enig overgebleven en ongewapende militair tussen allemaal gewone burgers. naar een zogenaamd thuis te moeten reizen.
In gedachten vluchtte ik dus maar weer terug naar de gewapende zekerheid van Libanon en de vele uren die ik daar, op alle momenten van de dag of nacht, op wacht had gezeten:
"Het is erg rustig terwijl ik op wacht zit. In de verte klinkt een enkel geweerschot en eén van onze posten meld het schot, een paar meter over hun post. Dat soort plagerijtjes zijn hier heel normaal. Een geweerschot in de verte is dan ook al lang geleden een heel normaal achtergrondgeluid geworden waar ik verder niet al te veel aandacht aan schenk."
Bij de eerste keren dat ik alleen die wachtpost had bemand, had ik in zo'n situatie nog gespannen naar de radio geluisterd om te horen waar er geschoten was. Waar er iets aan de hand zou kunnen zijn dus. Toen was alles nog erg nieuw en spannend geweest. Ondertussen echter, is dat niets nieuws meer, en het geluid van geweerschoten is een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse leven in Libanon. Net als het gewoon is om hier met een geladen vuurwapen te zitten en een geladen punt-vijftig mitrailleur binnen handbereik.